3D-printen en het Intellectuele Eigendom

3D printen blogpost

© credit: formlabs

3D-printen. Het bestaat al sinds de jaren 80, maar de afgelopen jaren is de technologie steeds toegankelijker geworden.[1] Niet alleen voor ondernemers, maar ook consumenten kunnen steeds gemakkelijker gebruik maken van de 3D-print technologie.[2] De mogelijkheden zijn eindeloos en variëren van medische toepassingen, zoals een oor inclusief radio-functie of een volledig functionerend hart tot het printen van je eigen op maat gemaakte designer jurk. De Chinezen bouwen er zelfs complete huizen en flats mee. En dat is allemaal mogelijk met één druk op de knop.

Hoe werkt 3D printen?

Hoewel het ontwikkelen van een 3D-printer natuurlijk een technologisch hoogstandje is, is het 3D-printen zelf niet alleen voor de bollebozen van onze maatschappij weggelegd. Iedereen die een beetje handig is kan thuis met een 3D-printer en een CAD bestand zo aan de slag. Het CAD bestand is een soort bouwtekening van het te printen product. De 3D-printer leest dit bestand en produceert daarna, laagje voor laagje, het gewenste product. Dus: nieuw kastje nodig? Even het juiste CAD bestand opsnorren op internet, printer aanslingeren et voilà. Een spiksplinternieuw kastje zonder uren door de Ikea te hebben gesjouwd en vervolgens drie uur te hebben getuurd op die ellendige handleiding. Dat klinkt toch als een droom?

En deze droom komt dus ook steeds dichterbij voor de consument. Er zijn al vele websites en bedrijven die diensten in het kader van 3D-printen aanbieden. Op de website Shapeways.com is het mogelijk om 3D-modellen te uploaden en om uitgeprinte modellen te verkopen. Op Thingiverse.com kunnen gebruikers dan weer hun 3D-modellen met elkaar uitwisselen, een soort file haring voor 3D-printen.[3] Maar voor sommige bedrijven blijft het niet alleen bij printen. De Scanlounge biedt de mogelijkheid om jezelf in 3D te laten inscannen. Tijdens de scan wordt er een driedimensionale foto van jezelf gemaakt, welke vervolgens weer geprint kan worden of kan worden omgezet in een 3D avatar of een 3D animatie. Een animatiefilm met jezelf in de hoofdrol was nog nooit zo dichtbij.

3D-printen en het Intellectuele Eigendom

Op het eerste gezicht lijkt het 3D-printen dan ook alleen maar voordelen te hebben. Kostenbesparing, bevorderen van recycling en zelfs medische uitkomsten die anders nooit mogelijk zouden zijn geweest. En inderdaad het 3D-printen heeft grote voordelen, maar bij ons juristen beginnen de alarmbellen natuurlijk meteen te rinkelen. Als straks iedereen een 3D-printer thuis heeft staan is geen product meer veilig. Veel CAD bestanden zijn nu al met het grootste gemak op internet te vinden, even invoeren in je 3D-printer en het feest kan beginnen. De Ikea kan haar boedel wel opdoeken als iedereen over een paar jaar zijn of haar eigen Billy boekenkast kunnen printen.

Maar voorziet de huidige wetgeving wel in een bescherming hiertegen? Het voelt niet goed, het klakkeloos printen van de ontwerpen van een ander zodat je het niet meer hoeft te kopen. Het blijft een vorm van namaak. Maar verboden onder de huidige intellectuele eigendomswetten is het niet. Tenminste, als je voor je eigen gebruik print.

De kern van het auteursrecht is dat de maker van een werk het exclusieve recht heeft om dit werk te verveelvoudigen. Op grond hiervan zou het 3D-printen van andermans werk in principe verboden zijn. Maar zoals in het recht is niets absoluut en zo ook de auteursrechtelijke bescherming niet. De handeling van het 3D-printen valt namelijk onder de privé exceptie en wordt daarom niet gekwalificeerd als een inbreuk. Toen de wetgever in 1912 de Auteurswet invoerde heeft hij natuurlijk geen rekening gehouden met de mogelijkheid van een 3D-printer die dankbaar gebruik zou kunnen maken van deze exceptie. Ook in het modellenrecht en het merkenrecht wordt er een economische of commerciële component vereist voordat een handeling als inbreuk kan worden aangemerkt. Op grond van art. 3.19 lid 1 onder a BVIE kan een modelrechthebbende zich niet verzetten tegen handelingen in de particuliere sfeer en ook voor het merkenrecht heeft het Europese Hof van Justitie in haar rechtspraak een duidelijke economische factor meegegeven. In haar arrest Arsenal legde zij uit dat het om een handelsactiviteit moet gaan en dat hier geen sprake van is indien het gaat om handelingen in een particuliere sfeer.[4]

In Nederland hebben zich nog geen geschillen voorgedaan. In Amerika heeft de rechter al wel enkele uitspraken gedaan in over auteursrechtelijke inbreuk door 3D-printen. Een voorbeeld is een zaak waarin de rechter het verwijderen van het model van een spelfiguur op grond van een notice-and-takedown procedure.[5]

Wat kunnen bedrijven doen?

Omdat er (nog) geen juridische regels bestaan tegen het 3D printen is de beste aanpak voor bedrijven zelf in te springen op deze groeiende markt. Een voorbeeld hiervan is onze eigen HEMA, die begin dit jaar haar eigen 3D-printshop heeft geopend. De dienst is wel beperkt tot een tweetal producten, maar sinds 28 februari 2014 is het mogelijk om je eigen sieraad of telefooncase te ontwerpen bij de HEMA en daarna te laten 3D printen. Zo zou IKEA bijvoorbeeld ook kunnen inspringen op deze ontwikkeling door CAD-bestanden aan te bieden van simpele producten die zij verkopen, zodat mensen deze CAD-bestanden in de winkel makkelijk kunnen kopen en niet op illegale sites zoals The Pirate Bay gaan opzoeken. Hoe dan ook, de 3D-printers are coming en de Nederlandse wet zal moeten worden aangepast aan deze nieuwe industriële revolutie.[6] Nu is het alleen nog de kunst om een goede balans te vinden tussen de belangen van de rechthebbenden en de onmiskenbare voordelen die deze nieuwe techniek met zich meebrengt.

Geschreven door Susanna Nijsten; redacteur Inform@il.

 

[1] M. Knapen, ‘3D-printen is de onschuld voorbij’, Mr. 2014/12. Te vinden op: http://www.declercq.com/images/interview%20mr.%20willem%20balfoort.pdf

[2] D. Graham-Rowe, ‘3-D Printing for the masses’, MIT Technology Review 31 juli 2008. Te vinden op: http://www.technologyreview.com/news/410536/3-d-printing-for-the-masses

[3] M. de Cock Buning & S. Kluk, ‘3D-printen: Attack of the Clones of A New Hope?’, IER 2013/36.

[4] HvJEU 12 november 2002, C-206/01 (Arsenal v Reed)

[5] M. de Cock Buning & S. Kluk, ‘3D-printen: Attack of the Clones of A New Hope?’, IER 2013/36.

[6] M Driessen, ‘3D-printen maakt herziening van regels nodig’, Legaltree Update #3, 10 maart 2014.

0 antwoorden

Plaats een Reactie

Meepraten?
Draag gerust bij!

Geef een antwoord